Maak kennis met Bastiaan. Bastiaan is één van onze adoptiekatten geweest in het Dierenziekenhuis. Bastiaan kwam bij ons toen hij ernstig vermagerd was. Voorheen was het een heerlijke grote rode gecastreerde kater van 5 jaar, maar toen hij in de praktijk werd aangeboden woog hij nog maar 3,6 kilo. Een gemiddeld kattengewicht is 4,5 kilo en Bastiaan was daarbij ook nog eens redelijk groot.
Bastiaan was er slecht aan toe toen hij binnenkwam: hij was heel erg slap, kon nauwelijks op de poten staan en kon zijn kopje niet optillen. Uit het verhaal van de eigenaar bleek dat Bastiaan al een langere tijd heel veel aan het drinken en plassen was en extreem veel at, maar desondanks toch veel afviel. De laatste dagen wilde hij echter niets meer eten.
Algemeen onderzoek liet zien dat Bastiaan erg uitgedroogd was, zoals zichtbaar op de foto stond zijn vacht ook erg uit en was hij behoorlijk mager. Hij had niet de kracht om zijn kopje omhoog te tillen om bijvoorbeeld omhoog te kijken. Ook had hij een vrij chemische lucht om zich heen zoals van aceton.
Er ontstonden een aantal vermoedens en op basis van zijn ziekteverschijnselen en het klinisch onderzoek, waarvoor bloedonderzoek nodig was om onderscheid te maken tussen verschillende ziektes. Dit was tevens het moment waarop de oude eigenaar van Bastiaan afstand tekende van de kat, omdat hij anders ingeslapen moest worden. Heel soms kunnen we zo dieren een eerlijke tweede kans geven.
Hieronder staan de uitslagen van het bloedonderzoek. Opvallend is met name dat zijn glucose (suikerwaarde) in het bloed ruim 25mmol/L was. Tevens was zichtbaar dat zijn kalium gehalte in het bloed extreem laag was. Kalium is belangrijk voor de spierwerking en dit was dus ook de reden waarom Bastiaan zijn kopje niet goed kon optillen, aangezien de rug/nekspieren hier gewoon te slap voor waren op dat moment. Ook waren de galzuren (bilirubine) in het bloed licht verhoogd, maar dit was waarschijnlijk ten gevolge van het hevige afvallen.
Bloeduitslag Bastiaan
test uitslag eenheid opmerking
albumine 32 g/L —|—–x—-|—
22 – 40 g/L
alkalisch fosfatase 22 U/L —|x———|—
14 – 111 U/L
GPT/ALT 116 U/L —|——–x-|—
12 – 130 U/L
amylase 608 U/L —|-x——–|—
500 – 1500 U/L
UREA 8.1 mmol/L —|—x——|—
5.7 – 12.9 mmol/L
Ca 2.19 mmol/L —|–x——-|—
1.95 – 2.83 mmol/L
cholesterol 8.57 mmol/L —|———-|x–
1.68 – 5.81 mmol/L
creatinine 94 µmol/L —|-x——–|—
71 – 212 µmol/L
gamma-GT 1 U/L —|———-x—
0 – 1 U/L
globuline 55 g/L —|———-|x–
28 – 51 g/L
glucose 25.07 mmol/L —|———-|-x-
4.11 – 8.84 mmol/L
LIPA 364 U/L —|–x——-|—
100 – 1400 U/L
PHOS 0.9 mmol/L –x|———-|—
1 – 2.42 mmol/L
totaal bilirubine 19 µmol/L —|———-|x–
0 – 15 µmol/L
totaal eiwit 87 g/L —|———x|—
57 – 89 g/L
Na 145 mmol/L –x|———-|—
150 – 165 mmol/L
K 1.9 mmol/L x–|———-|—
3.5 – 5.8 mmol/L
Cl 107 mmol/L –x|———-|—
112 – 129 mmol/L
Op basis van dit bloedonderzoek is een sterke verdenking van suikerziekte (diabetes mellitus) ontstaan. Om dit echter met zekerheid te kunnen zeggen moeten we ook weten dat het suikergehalte niet eenmalig heel hoog in het bloed is, bijvoorbeeld ten gevolge van stress (nu was deze waarde daar wel erg hoog voor, maar het kan wel een oorzaak zijn). Hiervoor hebben we de fructosamines bepaald in het bloed. Fructosamines zijn meer de lange termijn suikers en als het glucose gehalte in het bloed langdurig hoog geweest is zoals bij suikerziekte dan zijn deze ook verhoogd. Dit bleek ook inderdaad bij Bastiaan het geval.
fructosamine 583 µmol/L —|———-|-x-
191 – 349 µmol/L
Omdat Bastiaan er erg slecht aan toe was, wilden we ook weten wat er zich in zijn urine afspeelde. Daar zat erg veel suiker in. Normaal hoort er in urine geen suiker te zitten, maar als de nierdrempel wordt overschreden wordt er vanuit het bloed ook glucose naar de urine weggelekt. Glucose in de urine is echter niet bewijzend voor suikerziekte, want dit kan soms ook door nierproblemen of lokaal in de blaas worden geproduceerd door bacteriën. Buiten veel suiker zaten er ook heel veel ketonen in de urine. Ketonen vormen als het suikergehalte te lang te hoog is geweest in het bloed: acteon is een van de ketonen. Ketonen zijn heel erg giftig in het bloed en deze situatie verdient dan ook directe behandeling, anders zou Bastiaan kunnen overlijden.
We hebben daarop Bastiaan aan een intensief infuus aangesloten om in eerste instantie zijn vochtbalans te herstellen en zijn zouten weer in balans te krijgen. Als een dier er zo slecht aan toe is, is het heel belangrijk om de metingen van zouten en suiker meerdere keren per dag te herhalen. Door het infuus spoelden ook wat van die gifstoffen makkelijker het lichaam uit.
In de loop van de dag was de Kalium genormaliseerd met het infuus en dit bleven we dan ook strikt controleren. Een te laag kalium moet namelijk eerst gecorrigeerd worden voordat er insuline toegediend kan worden. Toen de kalium dus normaal was zijn we begonnen met het toedienen van insuline. Suikerziekte betekent namelijk dat het lichaam te weinig of zelfs geen insuline (meer) produceert door een fout/ziekte van de alvleesklier/pancreas. We zijn bij Bastiaan wegens de hoge suikerwaarde begonnen met 1,5 eenheid insuline. Hierop reageerde hij al heel vlot met het lager worden van de suiker in het bloed.
Insuline (caninsulin) is op dit moment het enige middel wat goed bij katten (en honden) werkt met suikerziekte. er zijn vele experimenten gaande met verschillende middelen van mensen die minder vaak gegeven hoeve te worden, maar deze geven een te onbetrouwbaar verloop van de suiker over de dag. Dus op dit moment behandelen we altijd katten met 2 x per dag insuline met 12 uur tussentijd. Dit betekent dus ook een serieuze inbreuk op het privéleven, want een keer onverwacht uit eten zonder dat iemand anders de insuline kan injecteren is er niet bij.
Uiteindelijk is Bastiaan na enkele dagen in de opname gestabiliseerd gekregen op 2 eenheden insuline 2 x daags. Bovendien zijn we hem een speciaal koolhydraat arm voer gaan geven (m/d Hill’s), waardoor hij ook relatief minder insuline nodig heeft. Wij zetten iedere kat met suikerziekte op dit speciale voer, vanwege het feit dat we daar makkelijker en betrouwbaardere controle mee bereiken.
De oorzaken van suikerziekte van de kat zijn heel divers: overgewicht is de belangrijkste, daarnaast speelt koolhydraat rijke voeding een rol, soms primaire ziektes van de alvleesklier zoals pancreatitis (ontsteking) en soms wat zeldzamere achterliggende ziektes van bijvoorbeeld de hypofyse of bijnieren.
Bij overgewicht is de kans heel reëel dat de kat nog van de suikerziekte af kan komen. Door het dier geleidelijk aan af te laten vallen op het m/d dieet, hebben sommige dieren in de loop van de opvolgende maanden steeds minder insuline nodig, totdat de suikerwaardes laag blijven zonder insuline. Deze dieren moeten dan overigens nog wel op het speciale dieet blijven, omdat bij suikerrijke diëten het suikergehalte alsnog kan oplopen.
Meestal blijft een dier echter aan de insuline vast zitten, zo ook bij Bastiaan. Bastiaan deed het de eerste weken heel erg goed op de 2 eenheden insuline. Na elke 3 dagen controle konden we dit afbouwen naar elke 2 weken. Plots begon Bastiaan echter weer meer om eten te vragen en meer te plassen.
Dit is een kritiek moment in de behandeling van de suikerziekte. Bij diverse metingen op de praktijk bleek zijn suikergehalte weer erg hoog te zijn op zijn bedoelde laagste punt van de dag: meestal rond de 19 mmol/L (we willen rond de 5-6). Omdat de symptomen leken te passen bij opnieuw een te hoog suikergehalte, hebben we de dosering verhoogd naar 2,5 eenheid. daarop leek het 2 dagen beter te gaan, waarna de gedragingen weer terug kwamen. We hebben hierop besloten de nieuwe baasjes van Bastiaan thuis een glucose dagcurve te laten maken. Hierdoor zien we beter wat er de gehele dag gebeurt met het suikergehalte en missen we de stress van het naar de praktijk vervoerd worden. Het prikken bij katten van de suikerwaarde gaat vaak erg makkelijk en wij adviseren altijd een achterpootje te gebruiken.
Zo zag de dagcurve van Bastiaan thuis eruit.
8.00 uur: 23,2 eten en insuline
10.00 uur: 24.1
12.00 uur: 23.7
14.00 uur: 19.2
15.00 uur: 17.3
16.30 uur: 20.4
18.15 uur: 6.4
18.45 uur: 19.4
20.00 uur: 26.0 eten en insuline
Normaal is het laagste punt bij katten 4-5 uur na het geven van de insuline. In dit geval bereikte hij zijn laagste punt om 18.15 u. We werden hier heel veel wijzer uit. Bastiaan had namelijk het Somogyi effect. Dit houdt in dat als een dier een hypo (een te laag suikergehalte) in het bloed heeft gehad, het lichaam soms een hele heftige tegenreactie laat zien. Door alle adrenaline onder andere die hierdoor vrijkomt stijgt het suikergehalte extreem door en soms kan dit zelfs een paar dagen ertoe lijden dat het lichaam helemaal niet reageert op de insuline (resistentie). Hierdoor heeft het dier ook exact dezelfde symptomen als voor de behandeling: namelijk de symptomen van suikerziekte.
De kritieke actie die hierop genomen dient te worden is dat de hoeveelheid insuline gehalveerd dient te worden: voor Bastiaan dus naar 1,5 eenheid. Je ziet dat het dus heel belangrijk is om je af te vragen bij een eenmalige hoge suikerwaarde of dit komt doordat het dier te weinig insuline krijgt of dat hij juist te veel krijgt en een somogyi effect laat zien.
Bastiaan liet op 1,5 eenheid een hele mooie curve zien een week later en was van zijn symptomen af.
8.00u: 16.3, eten en insuline
10.15u: 10.2
12.00u: 3,5
12.30u: 3,0
13.10u: 5,2
14.30u: 7.2
16.30u: 10,3
18.15u: 11,8
20.00u: 15,3, eten en insuline
Wat nog wel opvallend was, is dat Bastiaan vrij veel honger leek te hebben rond het middag uur en dat hij bovendien wat slomer was dan de rest van de dag. Dit zijn symptomen van een hypo en we zien ook in het bloed dat de suikerwaarde nog een beetje te laag is rond het laagste punt, maar dat hij geen somogyi effect meer laat zien.
We hebben hierop de insuline verlaagd naar 1 eenheid en hier deed Bastiaan het heel goed op. Waarschijnlijk is zijn alvleesklier dus toch nog wat insuline zelf gaan produceren sinds de start van de behandeling, waardoor we minder insuline hoefden toe te dienen.
Toekomstige controles blijven voor Bastiaan kritiek, want de insuline hoeveelheid kan af en toe subtiel bijgesteld moeten worden. Ook bij infecties kan de suikerziekte soms heel erg ontregelt worden, dus het is belangrijk bij ziekte van een kat met suikerziekte altijd snel bij de dierenarts langs te gaan.
Helaas zijn we Bastiaan inmiddels wegens verhuizing uit het oog verloren, maar we hopen dat het nog steeds goed met hem gaat.
Meer info over suikerziekte bij de kat, neem contact op met het Dierenziekenhuis of kijk op het forum van suikerkatten.